Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Verjaardag Amstelodamum

6 april 2022

Het waren D.C. Meijer Jr. en A.J.M. Brouwer Ancher die in het najaar van 1899 op de gedachte kwamen een vereniging op te richten die een band zou kunnen vormen tussen allen die belang stelden in de geschiedenis van Amsterdam. Zij betrokken daarbij de toenmalige gemeentearchivaris mr. W.R. Veder. Dit drietal zond in februari 1900 een circulaire rond, waarin bijval werd gevraagd voor de vorming van een vereniging ter bevordering van de kennis van het heden en verleden van Amsterdam. Op 23 maart 1900 kwamen daarop in het lokaal van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap zestien heren bijeen die tot oprichting van een dergelijke vereniging besloten en voorlopige statuten vast stelden, die in de tweede constituerende samenkomst op 6 april definitief werden aangenomen. De vereniging kreeg de naam Amstelodamum. Van het bestuur van negen leden werden D.C. Meijer Jr. voorzitter (zie het portret hierboven), mr. W.R. Veder secretaris en A.J.M. Brouwer Ancher penningmeester.
In de bestuursvergadering van 18 mei 1900 werd het proefreglement betreffende de werkzaamheden, bedoeld in artikel 1 van de statuten, vastgesteld. Daarin worden allereerst genoemd de leggers en repertoria, alsmede de daaraan verbonden verzamelingen. Maar ook de uitgave van een jaarboek en andere publicaties en het houden van voordrachten, lezingen en tentoonstellingen komen aan de orde.
Bij de statutenwijziging van 28 januari 1913 werd de vereniging veranderd in een genootschap en kreeg de kennis van het verleden prioriteit boven die van het heden.

Plaatsen van samenkomst
De conservator van museum Willet-Holthuysen, mr. F. Coenen, lid van Amstelodamum, stelde één der bovenkamers van zijn instelling beschikbaar als eigen lokaal der vereniging. Daar werd op 29 december 1900 de eerste bestuursvergadering gehouden. Daar ook werden de portefeuilles der leggers geborgen en konden de leden ontvangen worden die de repertoria wilden raadplegen.
De bestuursvergaderingen werden later bij toerbeurt bij de leden thuis gehouden of in enkele gevallen op hun kantooradres. De algemene ledenvergaderingen werden tot 1916 gehouden in het Muntgebouw. In 1917 werd voor het eerst vergaderd in het American Hotel en dat bleef met enkele uitzonderingen (1919: gebouw van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, 1920: Stedelijk Museum, 1938: A.M.V.J.-gebouw) zo tot 1940. Van 1941 tot 1951 was het Stedelijk Museum de vergaderplaats. Beginnende in 1952 ging men naar de zalen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap in het Rijksmuseum en bleef daar, behalve in 1956 toen de vergadering in de Universiteitsbibliotheek plaats had, tot 1968. Sinds 1969 is het gebruikelijk de jaarvergadering te houden in een bezienswaardig gebouw in de hoofdstad.

Leden
Volgens de op 6 april 1900 vastgestelde statuten waren er vier soorten leden: gewone, donateurs/donatrices, werkende en corresponderende. Reeds in het eerste jaarboek werd een ledenlijst opgenomen en dat bleef tot 1942 jaarlijks het geval, daarna worden ledenlijsten o m de zoveel jaar gepubliceerd.
Na de statutenwijziging van 28 januari 1913 waren er nog slechts gewone leden en donateurs/donatrices.
Ereleden werden voor het eerst genoemd bij de statutenwijziging van 5 februari 1919.
In 1971 verviel het onderscheid tussen donateurs/donatrices en leden.

Gegevens

Datum:
6 april 2022