Digitaal archief

Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen

Jaarboeken en Maandbladen

beacon
24  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1918; p. 29
Datering:
1918
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
005
Jaar:
1918
Pagina:
29
Het Rembrandt-huis. Met het nieuwe jaar is ook een nieuwe uitgaaf' verschenen van den Korte gids van het Rembrandt-huis. Als aanwinst van het eigen bezit van de stich-ting ( stichting ) valt vooreerst te vermelden de ets Schipper Gerbrandt’s zoontje (Bartsch nr. 310), vroeger wel eens gehouden voor een portretje van den jongen Willem 11. In bruikleen werden in 1917 verkregen: van Teyler’s Stichting, de etsen Nachjen, vlucht naar Egypten (53), de Verschijning van Christus aan zijne discipelen (89) en een Leeuwenjagt (116) ; —• van het Mauritshuis: een schilderij Christus aan het Kruis door Jan Pynas, den vriend en reis-genoot ( reisgenoot ) van Rembrandt’s leermeester Pieter Lastman; van het Rijksmuseum : het schilderij Abraham's offerande door Lastman zelf; • en van prof. dr. W. Martin : een koperen etsplaat van Claes Pietersz. Lastman, broeder van den vorige. De beschrijvende tekst is bij verschillende prenten nu gewijzigd of aanzienlijk aangevuld, in overeenstemming met de nieuwste vondsten,. Dit geldt o.a. van de beroemde Honderd-guldensprent ( Honderdguldensprent ) (74) ; Christus aan het volk ver-toond ( vertoond ) (76) ; de Feniks, eene zinnebeeldige or-donnantie ( ordonnantie ) (110), welke n.b. wel eens is versleten voor een voorstelling van het vernielen van Alva’s standbeeld te Antwerpen, of voor een toespeling op Turenne’s veldtocht in België in 1658; een Rottevanger (121) ; het Dorp Ransdorp (218) ; en het portret van den predikant der Waterlanders Corn. Claesz. Anslo (271). Inde bijlagen, waar velerlei reproducties worden vermeld, —• achtereenvolgens naar gezichten in Rembrandt’s woning, gezichten in Amsterdam, idem in Amsterdam’s om-streken ( omstreken ) en stadsgezichten elders zijn met name drie prenten geheel nieuw omschreven. Zij betreffen alle drie gezichten inde oude vesting Rhenen, waar Rembrandt dus zeker eenigen tijd moet hebben gewerkt, evenals bekend is van Seghers, Cuyp, Van Goyen, Adr. van Os
koperen kroontjes, de caemer achter de sydelcaemer met een bolpoottafel en een oude stoel. Die oude namen van de verschil-lende ( verschillende ) vertrekken, ontleend aan den historischen inventaris van Rembrandt’s inboedel, zijn nu inde betimmering ingesneden en daarna ver-guld. ( verguld. ) Als een bijzonderheid diene, dat dit snijden verricht is door Marie van Oostveen, een amsterdamsch weesmeisje, opgeleid en ervaren in deze kunst. Het was een aardig gezicht, haar in deze schilderachtige omgeving daarmede bezig te zien. Een schilderijtje van Pieter de Hooch ! d. B. V. 's-Gravenhekje. In mijn stukje over het 's-Gravenhekje is tot drie maal toe de naam verkeerd gespeld. Het adresboek van 1793 geeft te lezen : Schavenekje en ook de aangeduide plek te Leeuwarden wordt het Schavenek genoemd. Tengevolge van de druk-fout ( drukfout ) werd dan ook de slotzin onbegrijpelijk : Wellicht moeten we hier aan een hoekje denken, dat voor het schaven van planken en masten was afgestaan. Corn. J. G. ’s-Gravenhekje. —De heer C. J. G. is door een onnauwkeurig dagblad bericht misleid. De bedoelde gracht te Leeuwarden heet Scha ver - nek; deze bij mijn weten nog onverklaarde naam heeft in elk geval meer te maken met den westfrieschen plaatsnaam nek dan met het hollandsche hek. W. Z. Pui inde Kalverstraax. Men deelt mij mede, dat weldra de oudste winkelpui inde Kalverstraat zal gesloopt worden, n.l. de winkel van Hassoldt nr. 198, die nog de ouderwetsche uitstalkastjes heeft. J. W. E. Heiligschennis en diefstal inde Nieuwe kerk 1545. - Inde Bijdragen voor de ge-schiedenis ( geschiedenis ) van het Bisdom Haarlem 156, publiceert J. Kleyntjens S. J. een schrijven van het stedelijk bestuur van Amsterdam aan dat van Arnhem, dd. 3 Mei 1545. Op Palmzondag was inde Nieuwekerk diefstal gepleegd aan de voorwerpen in het taber-nakel ( tabernakel ) en waren de h. Hostiën door de kerk gestrooid. De bedrijvers dezer misdaden zouden zich te Arnhem bevinden, re
Gevonden alinea's: 2
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1915; p. 108
Datering:
1915
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
002
Jaar:
1915
Pagina:
108
botsing, had zijn buitenverblijf op Goudestein, de nog bestaande buitenplaats onder Maarse-veen. ( Maarseveen. ) Zijn relatie tot de schoone letteren blijkt uit de verzen, die Constantijn Huygens en Jan Vos op zijn hofstede dichtten en uit het feit dat Vondel hem in 1660 zijn Edipus opdroeg. j. w. E. West-indisch Huis. In aflevering 9 van den loopenden jaargang van het Huis oud en nieuw zijn opgenomen twee afbeeldingen van het oude West-Indischc Huis aan het ’s Gravenhekje, waarbij ook de zij- en achter-gevels ( achtergevels ) worden gegeven, en eene afbeelding van de oude huizengroep aan de noordzijde van het Leidscheplein 12—24, tusschen de Korte Leidschedwarsstraat en de Lijnbaans-gracht. ( Lijnbaansgracht. ) Joh. C. B. Vroegere wandelingen der Amster-dammers. ( Amsterdammers. ) Het Weekblad de Amsterdammer van 31 October bevat een artikel van J. H. Róssing over de wegen en plaatsen, waarheen in vroeger tijd onze stadgenooten hunne wan-delingen ( wandelingen ) uitstrekten. De deftige jonge dames hielden pantoffel-parade op de Heeren- en Keizersgracht en inde Plantage ; de burgers maakten ’s Zondags groote wandelingen langs de Schansen en Buitensingels, van de Haarlemmer- tot de Muiderpoort, of langs het IJ, langs Westerdoksdijk of Oosterdoks-dijk. ( Oosterdoksdijk. ) Geliefkoosde wandelingen waren ook door de Slatuintjes en de Meer in, alsmede den Amstel langs tot voorbij het Kalfje. Een zestal plaatjes van vroegere uitspanningen zijn in het artikel opgenomen. D. S. Marseillaise. Over de originaliteit der melodie wordt sedert lang getwist. Door oud-deken ( ouddeken ) Graaf wordt inde November-aflevering van het S. Gregoriusblad een nieuw element in debat gebracht. Inde zesde mis, gedrukt achter een Graduale in 1755 bij T. Crajenschot te Amsterdam verschenen, is een Credo, waar-van ( waarvan ) aanvang en slotkadens noot voor noot overeenkomen met de Marseillaise. Zou het fransche lied inderdaad niet o
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1932; p. 200
Datering:
1932
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
029
Jaar:
1932
Pagina:
200
Blad 7. Het voot laatste bolwerk is anders bebouwd. De noordpunten van Uilenburg en Marken zijn meer bebouwd. Het Westindisch pakhuis aan het ’s Gravenhekje is aangegeven (1642). Aan de IJgracbt staan meer pakhuizen, o.a. die van de O. I. C. De Kattenburgerbrug is aangegeven. Het eiland Kattenburg met 's Landsmagazijn (1635/56) is aangegeven. In het IJ is de Jachthaven gegraveerd ten westen van Kattenburg. Blad 8. Geen wijzigingen. Blad 9. Buiten de Haarlemmerpoort komen verschillende wijzigingen voor en is ook de Trekvaart aangegeven (1631/32). De open plekken aan de Haarl. Houttuinen zijn volgebouwd; ook aan de noordzijde is een reeks huisjes geteekend, dicht bij het Teerplein. Het Prinseneiland is aan de noordzijde meer bebouwd. De Zandhoek is meer bebouwd. De lijnbaan langs de Schans is verlengd naar het Haarlemmerplein toe. Langs de Zoutkeetsgracht is het woord „Soutkeeten’ aangebracht. De bijwerkingen der kaart in haar latere drukken zijn stellig niet van Balth. Florisz.’ hand. Het eenige, wat hij zelf nog zou hebben kunnen bijgraveeren, zou kunnen zijn het gedeelte der Halvemaansbrug op blad 1 van den eersten druk uit atlas Bodel, waarover hiervoren is gesproken. Maar of de meester dit stuk brug nog zelf op de plaat heeft gegraveerd, valt uit dit klein object niet op te maken; het komt op den afdruk extra zwart uit, waaruit men tot een vreemde hand zou kunnen besluiten. Onze graveur had trouwens druk werk aan zijn vierbladigen plattegrond van Rotterdam, die in 1626 het licht zou zien.
Gevonden alinea's: 1