Digitaal archief

Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen

Jaarboeken en Maandbladen

beacon
4  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1904; p. 113
Datering:
1904
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
003
Jaar:
1904
Pagina:
113
een obligatie, waarvoor het huis verbonden bleef. V. Lijnden was toen extra-ordinaris Envoyé in Engeland. De obligatie werd in 1798 en 99 betaald. Van Lijnden benoemde in 1797 P. J. Bar. v. Brakell en C. G. Barchman Wuytiers, zijn voorzoon, tot executeurs en voegde in 1801 nog zijn broeder, Carel Hendr. v. Lijnden, daarbij. Toen in 1807 de boedel zou geliquideerd worden excuseerden zich v. Lijnden en v. Brakell wegens de verre afstand, wonende de eerste te Dusseldorp en de tweede te Kleeff. C. G. Barchman Wuytiers, die te Utrecht woonde, verkocht toen als executeur, zoowel van zijn moeder als van zijn stiefvader, voor de erven het huis voor f 45,000. Zijn oudere broeder was reeds vroeger overleden; zijn weduwe Joh. Cath. Mamuchet van Westreenen hertrouwde Leon. Casembroot, met wien v. Lijnden in 1798 afrekende. Het huis werd nu eigendom van Jan de Burlet, en na diens overlijden, in 1830, van H. N. Baron van Slingeland, die er slechts ƒ24,000 voor betaalde, met inbegrip van het huisje aan den Groeneburgwal. Hij nam tevens voor ƒ 900 aan spiegels enz. over. Bij boedelscheiding van den Baron v. Slingeland, Mei 1847, werd het huis toebedeeld aan Mevr. Teding v. Berkhout geb. Slingeland, voor de getaxeerde waarde van ƒ35,000, benevens ƒ9OO voor ameublement, De heer P. J. Teding v. Berkhout, wethouder van publ. werken, heeft er lang gewoond. Bij de afrekening van 11 Mei 1892 werd het perceel, waar nu nog twee andere huizen aan den Groeneburgwal waren bijgekomen (No. 30, 32, 34), verkocht voor ƒ 66,500, met ƒ 1090 voor overname van verschillende zaken. De firma Wolter Bürgers Sohn, handelaren in tabak, vestigde er toen hare kantoren en bleef er gevestigd tot 1903, toen zij het op 22 Juni in veiling verkocht voor ƒ65,550 aan de Vereeniging van den Heil. Vincentius a Paula. Dit was, om de verschillende herinneringen, die zich aan het huis vastknoopen, geen ongeschikte bestemming, nu bij hen die fortuin genoeg bezitten om een perceel van die waarde te bewonen, de Kloveniersbu
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1944; p. 202
Datering:
1944
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
040
Jaar:
1944
Pagina:
202
Zijn laatste koop was een huls op de Heerengracht bij de Driekoningenstraat (No. 201) voor ƒ10,600. —. Wij halen dit aan, daar deze koop voor Foulaer een tragisch verloop had. Het was namelijk slechts vijf dagen nadat de overdracht ervan had plaats gevonden, dat Foulaer overleed. Hij werd den 27en December 1686 in de Westerkerk begraven, al zijn bezittingen nalatende aan het genoemde echtpaar Mamuchet —van Heusden. Niet lang daarna, zooals gezegd omstreeks 1715, liet Mamuchet het onderhavige huis (thans No. 232) vernieuwen en ineen toestand brengen, zooals het er tegenwoordig nog ongeveer uitziet. Hij ging het herdoopen met denze’fden naam PARIJS, zooals de gevelsteen nog aangeeft. Het bovengedeelte van den zandsteenen gevelhals is geheel gevuld met het alliantiewapen van den bouwheer Mamuchet en zijn echtgenoote Van Heusden, afgedekt met een kroon en de hijschbalk daaronder omgeven met lofwerk. Het wapen van Mamuchet bestaat (op een zilveren schild) uit twee schuin tegen elkander opstaande balken (rood), waarboven twee, en daaronder één Saraceenkop (Mohammedaansche Turk, Arabier of Muselman met grooten haviksneus). Dat van Van Heusden (Gormchem) op (gouden) schild met in het midden een (rooden) dwarsbalk, waarboven inde linkerhelft zes schijven (Oostersche gouden of zilveren munt), inde rechterbovenhelft op (zilveren) fond drie (neutraal) ankers en op het geheele gedeelte onder den balk vijftien dito schijven, aangebracht in driehoeksvorm; boven met vijf, naar beneden in één punt uitloopende met één schijf. Voorts is de hals geflankeerd door fraaie klauw- of vleugelstukken, bewerkt op de hoeken in volutes, waarop elk een siervaas. Bovenop het fronton staat de thans bekende buste vaneen Saraceen, wiens beeld ons aan Faun, den boschgod der Romeinen, doet denken. De hijschbalk is nog voorzien vaneen z.g.n. bef ten behoeve van het gebruik vaneen windas en aan twee der middelste kozijnen bestaan nog ghjrollen en Ineen dezer kozijnen deuren, ten teeken, dat het voor koop
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1944; p. 203
Datering:
1944
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
040
Jaar:
1944
Pagina:
203
hun zoon Mr. Fredrlk Jan van Westreenen, die er veertien jaar eigenaar van is gebleven. Het was in 1788, dat hij het huls nallet aan den voogd over zijn dochter, genaamd Johanna Catharina van Westreenen. Na een bezit van bijna een eeuw bij de families Mamuchet —Westreenen, ging het huis eindelijk in andere handen over. Het was den 4den Augustus 1800, dat het publiek verkocht werd door genoemde Johanna Catharina van Westreenen, die in-middels ( inmiddels ) gehuwd was met Jan Diderik van Tuyll van Serooskerken, wonende te Heeze, toen het huis verhuurd was aan Alexander le Febvre voor ƒ9OO. —. Kooper werd Willem Amersfoordt voor de som van slechts ƒ 5920. —, een prijs, die den ongunstigen toestand van dien tijd weergeeft. Amersfoordt betrok het huls zelf, doch overleed er in 1812, het nalatende aan zijn echtgenoote, Cornella van Daatselaar en kinderen. De kinderen stonden hun rechten aan hun moeder af en toen zij in 1823 overleed werd het huis aan twee der kinderen elk voor de helft toebedeeld. Een dezer kinderen, genaamd Maria Amersfoordt, huwde Jonkheer Archibald Jan van de Poll, wien zij in 1836 als erfgenaam stelde benevens hun zoon Jonkheer Jacobus Salomon Hendrik van de Poll. Een tijdlang werd het door hen verhuurd aan Joseph Sion en het was den 1 Iden Januari 1864, dat genoemde drie personen het in veiling verkochten aan de firma Wijnand Fockink. Deze firma had dien tijd reeds den kelder in huur voor ƒ 140. — per jaar. Het huis is sedert in bezit gebleven van genoemde firma en meestentijds door haar verhuurd, o.a. in: 1870 aan J. Franc Gortmans, commissionnair in manufacturen; 1880 A. en C. Terlet en B. J. J. Steinbacher & Co., commissionnairs in effecten; 1890 S. Schosberger & Sohn; 1900 Laarman & Co., kooplieden in tabak; 1910 dezelfde en Driessen, van Ommen & Co., daarna Laarman & Co. en den handelaar in sigaren C. Goseling, terwijl er sedert ongeveer 1925 is gevestigd het kantoor van de Roomsch-Katholieke Reclasseering en van Gezinshoofden. Het behou
Gevonden alinea's: 1