Digitaal archief

Uw zoekacties: Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 135

Genootschap Amstelodamum

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 135
Datering:
1986
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
073
Jaar:
1986
Pagina:
135
die kisten opsluyten daer se due d'Alba het tiende van soude betaelen aen penningen en-de ( en-de ) wederom komende smeten een gemaeck-ten ( gemaeck-ten ) due d'Alba een nett over ' t hooft ende worpen hem doen met allerley slijek ende vuyligheyt . Hij ontliep op ' t St . Jorishoff daer hij ' t ontquam ende die jongens die sulex aengereeht hadden waren wel in de 70 sterek .'
Deze gemaakte Alva , die bij de tegen-woordige ( tegenwoordige ) Bonneterie ontkwam , was alles behalve een pop ! Hetzelfde geldt de Alva in het hier besproken boek , die goed uit de verf komt . Alva en de tiende penning zijn een aanwinst , in vele opzichten .
I.H.v.E .
Tot een rechtschapen en kloek zeeman toe te rusten , 1785-1985 ; tweehonderd jaar kw ] i kschool voor de zeevaart en Hogere Zi i vaartschool Amsterdam , Zuthpen , Walburg Phrs , 1985 , 224 pp .,
GEÏLL ., ƒ 59 ,-
Onder redaktie van Ph . M . Bosscher is een gedenkboek verschenen , samengesteld uit een vijftal bijdragen , waarvan de laatste door de redakteur zelf is geschreven . Eerder al heeft het 150-jarig bestaan van de kweek-school ( kweekschool ) de aanleiding gevormd tot het doen verschijnen van een gedenkboek , van de hand van J.C.M . Warnsinck . Uit de inlei-ding ( inleiding ) en verantwoording wordt al spoedig duidelijk , dat bewust is gestreefd het thans uitgekomen werk geen vervolg op het vorige gedenkboek te laten zijn .
In de eerste bijdrage ( pp . 13-50 ) gaat G.J . A . Raven in op de achtergronden van de oprichting van de kweekschool . De steeds groeiende behoefte aan institutionalisering van het zeevaartkundig onderwijs in de 18e eeuw wordt op heldere wijze uit de doeken gedaan . Over de eerste ' directeur ' van de school wordt gezegd , dat van hem niet veel meer bekend is dan dat hij 40 jaar had geva-ren ( gevaren ) . Hieraan kan worden toegevoegd , dat door een niet al te tijdrovend onderzoek toch wel enige nadere informatie over deze man , Eldert Pietersz . Kraay geheten , zou kunnen worden gevonden , o.a . in de archieven van de waterschout en Zeemanshoop .
G.M . W . Acda volgt in de tweede bijdrage ( pp . 51-84 ( 51-84 ) ) de ontwikkeling van het beroep van scheepsofficier gedurende de laatste twee eeuwen . Duidelijk laat de auteur zien hoe de stuurman na de overgang van zeil - op
stoomschepen , begin 20e eeuw , gezelschap krijgt van de machinist en ook van de marco-nist ( marco-nist ) ( verbindingen ). De technische ontwik-keling ( ontwikkeling ) in de scheepsbouw heeft vooral na de Tweede Wereldoorlog geleid tot beperking . De scheepsofficier wordt geleidelijk aan be-heerder ( beheerder ) van een met behulp van computers uitgevoerd systeem . Het ambachtelijk zee-manschap ( zeemanschap ) en het technische vakmanschap worden teruggedrongen . Het is bepaald jammer , dat bij de behandeling van de orga-nisaties ( organisaties ) van scheepsofficieren de duidelijk-heid ( duidelijkheid ) wat te wensen gaat overlaten , niet in de laatste plaats door het veelvuldige gebruik van afkortingen .
Helder en goed leesbaar is vervolgens de bijdrage van H.E . Kuipers ( pp . 85-112 ). Alle aspekten van de ontwikkeling van het scheepvaartonderwijs in Nederland , uiter-aard ( uiteraard ) van direkt belang voor de kweekschool , komen aan de orde . Het gevaar van een dorre opsomming van onder meer wettelijke rege-lingen ( regelingen ) wordt door de schrijver onderkend en omzeild .
De geschiedenis van de Kweekschool voor de Zeevaart , sinds de onderwijsvernieuwing van 1971 Hogere Zeevaartschool geheten , is het onderwerp van de vierde en tevens lang-ste ( langste ) bijdrage ( pp . 113-184 ). N.D.B . Haber-mehl ( Haber-mehl ) is de auteur , een naam die natuurlijk in een werk als dit niet mag ontbreken . Al le-zende ( lezende ) raakt men spoedig overtuigd van de toegenomen kennis omtrent de kweek-school ( kweekschool ) sinds het verschijnen van het eerste gedenkboek in 1935 . Ook het reilen en zei-len ( zeilen ) van het instituut na 1935 krijgt uiteraard ruime aandacht . Het geheel is in een prettig leesbare stijl aan het papier toevertrouwd .
Ten slotte wordt door de redakteur Ph . M . Bosscher , zoals gezegd , in zijn bijdrage ( pp . 185-206 ( 185-206 ) ) een stukje stadsgeschiedenis van Amsterdam ten beste gegeven . Hierbij staat de direkte omgeving van het schoolgebouw aan de Prins Hendrikkade centraal . Tevens wordt aandacht besteed aan het gebouw zelf , nog altijd onder beheer van de commissaris-sen ( commissarissen ) van het Vaderlandsch Fonds ter aanmoe-diging ( aanmoediging ) van ' s lands zeedienst . Zij waren dege-nen ( degenen ) geweest , die verantwoordelijk waren voor de oprichting van de school in 1785 . Lange tijd hebben zij hun onafhankelijkheid weten te bewaren . Echter na in 1918 genood-zaakt ( genoodzaakt ) te zijn om voor de eerste maal subsidie aan te vragen , is deze onafhankelijkheid wat betreft het onderwijs verloren gegaan . Het Vaderlandsch Fonds heeft , vooral in de 19e eeuw , vele schenkingen van allerlei aard ont-vangen ( ontvangen ) , zodat een verzameling van kunst-voorwerpen ( kunstvoorwerpen ) en curiosa is opgebouwd . Aan
117
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer