Digitaal archief

Uw zoekacties: Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 132

Genootschap Amstelodamum

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 132
Datering:
1986
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
073
Jaar:
1986
Pagina:
132
' TWE GEBOSSEERDE KONTERFIJTSELS VAN GROOTVADER EN GROOTMOEDER
NA REMBRAND GECOPIEERD '
Dertig jaar geleden publiceerde Dr . LH . van Eeghen in het oktobernum-mer ( oktobernummer ) van 1956 haar verhaal over Baertjen Martens en Herman Doomer . Aanleiding tot het schrijven van dit stukje was het portret van de vrouw dat op de zomertentoonstelling van Rembrandt in het Rijksmuseum had gehangen en in de herfst van 1956 weer naar de Hermitage in Leningrad terugkeerde . Het is een zeer boeiend portret van een eenvoudige vrouw uit handwerkersmilieu en nu eens niet een dame uit de vermogende koop-liedenstand ( koopliedenstand ) . Baertjen Martens ( Naarden 1596-1678 ) was in 1618 ge-trouwd ( getrouwd ) met de ebbenhoutwerker Herman Doomer ( Anrath 1595-1650 ) en was ten tijde van het ontstaan van haar portret moeder van zeven kin-deren ( kinderen ) . Vermoedelijk was de lijstenmakerij van Herman Doomer de aan-leiding ( aanleiding ) voor het contact met Rembrandt geweest . Toen Rembrandt in 1640 hun portretten schilderde , was mogelijk hun zestien-jange zoon Lambert Doomer ( 1624-1700 ) leerling van de grote meester .
Baertjen Martens moet heel erg op de beide portretten gesteld zijn ge-weest ( geweest ) , want in al haar bekende testamenten maakt zij er uitvoerige bepa-lingen ( bepalingen ) over . Zoals in 1662 , waarin zij bepaalde , dat hare zoone Lambert Doomer zal nae sich nemen ende behouden de conterfeijtsels van haer tes-tatrice ( tes-tatrice ) en haere man door Rembrandt van Rhijn gedaen , des dat hij yder van sijne broeders ende susters van deselve copy levert te sijnen coste . Er zijn enkele copieën van de hand van Lambert Doomer bekend , maar mej . van Eeghen betwijfelde of ieder kind wel een stel had gekregen . Na de dood van Lambert Doomer gingen de beide Rembrandt-portretten naar zijn zusters zoon , de predikant Herman Voster ( 1679-Schoonhoven 1726 ). Met zijn zuster Geertruy Voster ( 1676-1717 ) was hij de voornaam-ste ( voornaamste ) erfgenaam van zijn oom geweest .
Geertruy Voster trouwde in 1701 met Nicolaes Francken ( Naarden 1675-1719 ( 1675-1719 ) ) en maakte met hem op 28 april huwelijkse voorwaarden 1 , waarbij een lange opsomming van de door haar ten huwelijk gebrachte goederen is gevoegd . Deze zijn voornamelijk van haar oom afkomstig ge-weest ( geweest ) . Daarbij is een lijst met 39 schilderijen en tot slot vinden wij er op : Twe gebosseerde konterfijtsels van grootvader en grootmoeder na Rem-brand ( Rembrand ) gecopieerd . In het testament en de scheiding staan beiden als volgt omschreven 2 : de twee gesneden conterfeijtsels van Lambert Domers va-der ( vader ) en moeder . Men zou na deze tekst kunnen menen dat de ebbenhout-werker ( ebbenhoutwerker ) Herman Doomer of een van zijn zoons in het bedrijf deze portret-ten ( portretten ) zal hebben gesneden , maar het is aannemelijker dat Lambert Doomer de beide portretten naar Rembrandt boetseerde , want daar hield hij zich
1 Not . J . Backer , N.A.A . nr 4620 , fol . 455-461 , dd 28.4.1701 .
2 Not . N . Brouwer , N.A.A . nr 3975 , akte 46 , fol . 209-210 , dd 4.5 . 1700 en nr 3976 , akte 21 , fol . 86-92v , dd 26.4.1072 ; zie verder : A . Bredius , Künstler-Inventare , T . I ( Haag 1915 ), S .
74-88 .
114
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer