Digitaal archief

Uw zoekacties: Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 95

Genootschap Amstelodamum

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 95
Datering:
1986
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
073
Jaar:
1986
Pagina:
95
Het is nuttig om eerst even de woonplaatsen van Braamcamp - voor zo-ver ( zover ) bekend-op ( bekendop ) te sommen . Bij zijn trouwen in 1727 woont hij op een on-bekend ( onbekend ) adres op de Herengracht . Op 16 januari 1734 wordt een kind be-graven ( begraven ) van het Singel tegenover de Zwaansbrouwerij . Op 8 januari 1737 wordt een tweede kind begraven van een in de wintertijd eigenaardig adres : uit de Plantage over de Stadsherberg . Het eerste was Singel 294 , dat hij blij-kens ( blijkens ) het redres op de verponding al in 1732 voor ƒ 850 .- huurde van de fa-milie ( familie ) Gilles , het tweede vermoedelijk een zomerverblijf .
Wanneer Jacob van Gelder in mei 1737 bij de Desolate Boedelskamer komt , vindt men Braamcamp als wijnkoper op de lijst van crediteuren oostzij Amstel tussen Kerkstraat en Prinsengracht . Dank zij de begraafce-duul ( begraafce-duul ) van 1739/40 , waar hij bijgeschreven is achter Marten van der Strengh , is vrij zeker dat hij daar no 91 huurde , het woonhuis van de voormalige stadsroermakeri ), die in 1734 in percelen was geveild . Het was een groot huis , dat in 1742 weer door Van der Strengh zelf werd bewoond , getaxeerd op een huurwaarde van ƒ 775 .-.
Braamcamp zelf huurde toen de Safierberg op de Buitenkant of IJgracht van de bekende dokter Ludeman voor ƒ 600 .- per jaar , nu als houtkoper . Dat laatste had vermoedelijk de verhuizing veroorzaakt . Dokter Ludeman woonde veel centraler , in de Gouden Tent op het Damrak . Omstreeks 1741 moet Braamcamp naar dat huis - thans Prins Hendrikkade 183 - zijn verhuisd . Op 26 januari 1746 wordt hij voor ƒ 12500 .- eigenaar van het buurhuis , thans no 182 . Of hij daar introk en het huis van Dr . Ludeman , waar zijn vrouw in 1742 was gestorven , verliet , staat echter te bezien .
Zeker is slechts , dat Braamcamp in 1749 met ingang van 1 mei 1750 een huurcontract voor ƒ 1500 afsloot voor de zuidelijke helft van het Trippen-huis ( Trippen-huis ) . Hij zou daar tot 1 november 1759 wonen . Daar werd hij op 16 mei 1753 voor ƒ 12200 .- eigenaar van vijf kleine huizen op de hoek van de Wa-tersteeg ( Watersteeg ) , die hij liet verbouwen tot stal met koetshuis en drie zolders . Op 21 oktober 1755 verwierf hij het zuidelijk buurhuis van het Trippenhuis voor ƒ 22600 .-. Hij kocht dat stellig om sterker tegenover die buren te staan , vooral ten opzichte van de tuin waar hij een fontein in plaatste .
In 1758 volgde de aankoop van Sweedenrijck , Herengracht 462 , dat ik hierboven noemde , met de stal in de Spiegelstraat . Hij zat nog aan het huurcontract vast , maar wist een opvolger te vinden die die huur overnam . Dat was de koopman Ole Kierulff-een relatie uit de houtwereld -, die ook stal en koetshuis op de hoek van de Watersteeg van Braamcamp ging hu-ren ( huren ) .
Zeker is dus , dat Braamcamp , die misschien sedert 1737 maar in ieder geval sedert 1743 schilderijen had gekocht , de laatste 21 jaar eerst het Trip-penhuis ( Trippenhuis ) , daarna Sweedenrijck bewoonde . De periode Amstel en Buiten-kant ( Buitenkant ) of IJgracht vormde de begintijd van de verzameling . Of hij tot 1750 zijn eigen huis of dat van Dr . Ludeman bewoonde , blijft duister . Het is heel goed mogelijk , dat hij dat eerste had aangekocht ter verfraaiing van zijn tuin , net als hij later op de Kloverniersburgwal en tenslotte op de He-rengracht ( Herengracht ) zou doen . Daar verwierf hij in 1763 Keizersgracht 525 en in 1764 523 en 527 om de tuinen daarvan grotendeels bij zijn eigen tuin te trekken .
De op de veiling van 23 december 1771 verkochte negen huizen werden
81
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer