Digitaal archief

Genootschap Amstelodamum
beacon
1  records
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 52
Datering:
1986
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
073
Jaar:
1986
Pagina:
52
VAN DE BOEKENTAFEL
Edmondo de Amicis , Nederland en zijn bewoners , Veen uitgevers Utrecht / Antwerpen 1985 , ƒ 24,90 .
In hun serie ' Op schrijvers voeten ' brengen Veen uitgevers een iets verkorte herdruk van een beroemde uitgaaf van 1876 . Het Italiaan-se ( Italiaanse ) origineel was in 1874 verschenen . De schrijver , die groot succes had gehad met zijn Spagna , was in 1873/74 speciaal naar ons land gekomen om nu een dergelijke beschrij-ving ( beschrijving ) van Nederland te maken . Roland Fagel vertelt hier over in een Nawoord . Hij schrijft het succes van het boek mede toe aan het feit dat het geen wetenschappelijke studie van geschiedenis , volksaard of samenleving is , maar dat het met grote onbevangenheid een persoonlijke impressie geeft .
Uiteraard had de schrijver in de vorm van een reisgids een leidsman . In dat nawoord vertelt Fagel , hoe die in Spanje zich vergiste , doordat hij zijn Baedeker en Gautier niet goed had gelezen . Men zou graag weten , welke lectuur hij voor Nederland ter be-schikking ( beschikking ) had . Een diepgaand onderzoek zou dat misschien aan het licht kunnen bren-gen ( brengen ) , maar dat ligt niet op mijn weg . Ik be-perk ( beperk ) mij hier overigens natuurlijk tot Am-sterdam ( Amsterdam ) . Van de 309 pagina's zijn 173 tot 198
aan onze stad gewijd .
Vanzelfsprekend is De Amicis getroffen door het schilderachtige van de stoepen , die de bewoners der huizen - hij merkt terecht op , dat ze hier bijzonder hoog zijn - op aller-lei ( allerlei ) wijzen als leef -, woon - en werkruimte be-nutten ( benutten ) . De voorbijgangers hebben dat boven of onder zich , al naar mate de stoep zelf of de ingangen van de kelderwoningen worden ge-bruikt ( gebruikt ) . Wel vindt hij het duidelijk rommelig : het lijkt of de bewoners hun huisrommel naar buiten hebben gebracht met het oog op een algemene verhuizing .
Maar ik keer terug tot de reisgidsen , die hij gebruikt kan hebben . Dat zal zeker de gewo-ne ( gewone ) Baedeker zijn geweest . Op het Gemeen - te-Archief ( te-Archief ) is een Franstalig exemplaar van 1866 . Er zal echter sedertdien misschien nog wel een nieuwe verschenen zijn . Maar een veel inspirerender uitgaaf vind ik een Itine-raire ( Itine-raire ) de la Hollande , geschreven door A.J . du Pays en in 1862 verschenen bij Hachette in Parijs . Men vindt er veel terug van wat De Amicis ging zien en op zijn eigen wijze
beschreef .
Voor ons bijzonder merkwaardig is de
passage gewijd aan de beroemde Amster-damse ( Amsterdamse ) Jodenbuurt . Het was voor vreemde-lingen ( vreemdelingen ) een vaste gang om daar van de Boter-markt ( Boter-markt ) - -nu ( nu ) het Rembrandtplein - naar toe te gaan . Du Pays schrijft : ' les étrangers ne man-quent ( man-quent ) point d'aller visiter Ie curieux quartier habité par les Juifs . ' Daaraan knoopte hij een bezoek aan de beroemde diamantslijperij van Coster in de Zwanenburgerstraat vast . Dat was geen uitvinding van Du Pays , want Ie baron de Mengin-Fondragon had in zijn Souvenirs de voyages uit 1841 al gezegd , dat een bezoek aan het ' quartier des juifs ' abso-luut ( absoluut ) noodzakelijk was . Hij had gehoord van de vuilheid daar , maar hij ging op een zater-dag ( zaterdag ) en vertelde in zijn beschrijving , dat hij het er even proper als in de rest van de stad
vond .
Misschien begonnen deze bezoeken al eer-der ( eerder ) , maar in ieder geval direct na de Franse tijd , b.v . in de ' Tours ' van Murray uit 1819 . De beschrijvingen van deze buurt werden steeds uitvoeriger . Edmond Texier ging in zijn ' Voyage pittoresque en Hollande et en Belgique ' van 1857 met de herinnering aan Rembrandt ' Ie quartier juif ' door , overigens in de veronderstelling , dat dat vroeger afge-sloten ( afgesloten ) was geweest ! Het befaamde ' Venise et Amsterdam ' van Henry Havard , dat net als het hier besproken boek in 1876 verscheen , gaat er ook uitvoerig op in . Het Venetiaanse getto noemt hij alleen bij Amsterdam om te zeggen , dat hier geen ghetto is , maar wel een ' physionomie spéciale et peut-être unique au monde du quartier ', waar men in Holland als het ware een oosterse wereld te zien krijgt . Hij beperkt van de Amstelstraat komende zijn tocht tot Vlooienburg , waarvan hij een afbeelding geeft , om dan de Jodenbreestraat naar het Rembrandthuis in te slaan . Wel doet hij de mededeling , dat voor de armste en ty-pischte ( ty-pischte ) straten men naar rechts moet afslaan . Daar liep De Amicis wel rond , naar zijn zeg-gen ( zeggen ) straat voor straat , en tekende de indruk-ken ( indrukken ) op aangrijpende wijze , zoals geen van de andere schrijvers deed . Uilenburg , Marken etc . werden hier getekend met de pen .
Zelfs Havard , die veel dieper op alles in-gaat ( ingaat ) , wist niet , dat toen al het merkwaardige verschijnsel van de zeer geringe sterfte - -vooral ( -vooral ) ook van kinderen - ondanks de ar-moede ( armoede ) en bijzonder slechte huisvesting in deze buurten een onderwerp van discussie was van S.S . Coronel en B.J . Stokvis . Ook Amsterdammers interesseerden zich voor de
46
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer