Digitaal archief

Uw zoekacties: Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 48

Genootschap Amstelodamum

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1986; p. 48
Datering:
1986
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
073
Jaar:
1986
Pagina:
48
geld in dienst hadden genomen , terwijl ze aan hun opdrachtgevers het volle loon berekenden . Dit was geheel in strijd met artikel 9 van de keur van 1662 , dat bepaalde om in zo'n geval 3 st . voor een knecht en 2 st . voor een opperman of jongen te mogen berekenen . Deze keur was speciaal voor de metselaars uitgevaardigd . Maar de knechten der timmerlieden sloten zich in het rekwest bij de metselaarsknechten aan . Ook hun bazen vroegen naar jongens en betaalden die minder . Dat was niet alleen ongunstig voor de op-drachtgevers ( opdrachtgevers ) , maar ook voor de knechten , die tot ingezetenen der stad werden gerekend en als ze zonder werk zaten door gods - en armenhuizen moesten worden ondersteund . Ze vroegen daarom het artikel 9 van de keur van 1662 te doen nakomen en bovendien om een plaats voor de metselaars-knechten ( metselaars-knechten ) en een plaats voor de timmerliedenknechten , waar de bazen hen zouden kunnen vinden . Liefst wilden ze daar voorrang hebben boven niet ingezetenen , maar in ieder geval geen achterstelling bij die vreemde knech-ten ( knechten ) .
De 134 ondertekenaren waren zeker merendeels metselaars . Precies de
verhouding op te geven is niet mogelijk , daar niet ieder zijn beroep ver-meldde ( vermeldde ) . We vinden slechts 27x timmerman achter een naam , veel vaker metselaar . De twee eerste ondertekenaren , direct onder het rekwest , wa-ren ( waren ) Jan Roos en Adriaen Pietersz en zij noteerden geen beroep achter hun keurige handtekeningen . Blijkens die handtekening was Adriaen echter stellig identiek met de timmerman van die naam , die geboren in Amster-dam ( Amsterdam ) en 26 jaar oud op 7 mei 1688 uit de Nieuwe Vijzelstraat in ondertrouw ging . Het merkwaardige is , dat ik meen ook Jan Roos als timmerman te kunnen thuis brengen . Hij ging op 15 mei 1694 als Jan Rosiers , oud 31 jaar , uit de Leidse Dwarsstraat , in ondertrouw , maar in de akte was al de Roos toegevoegd en bij de dopen van zijn kinderen wordt hij Jan Rosiers Roos genoemd . Ook hier kloppen de twee handtekeningen goed . Hij was zelfs poorter , daar hij dit als zoon van een turfdrager , die op 16 januari 1663 poorter was geworden , op zijn beurt op 5 april 1695 gratis had kunnen
worden .
Op de andere 132 ondertekenaren zal ik niet ingaan . Slechts wil ik ver-melden ( vermelden ) , dat er blijkbaar niet alleen vreemde knechten in dienst van Reyer Kempsen hadden gewerkt . Want de bovengenoemde Pieter Backer teken-de ( tekende ) het rekwest met dezelfde initialen als op 26 februari . Ook was er een Cornelis Gerytsz metselaar , die tekende met een kruis , maar van hem kan ik niet met zekerheid zeggen , dat hij degeen was die circa zeven weken bij
het pakhuis had gewerkt .
De knechten moesten lang op de beslissing wachten , want pas op 21 ja-nuari ( januari ) 1704 werd het rekwest in de besognes van het gerecht behandeld in aanwezigheid van alle burgemeesters behalve Hudde en alle schepenen be-halve ( behalve ) Hochepied . Het werd afgewezen , want het gerecht was uiteraard niet zeer gesteld op dergelijke plaatsen van samenkomst als de knechten
zich voorstelden .
De metselaarsknechten bleven zeker roerig . Op 24 oktober 1708 schre-ven ( schreven ) de regenten naar aanleiding van een verzoek van Dr Rau om in het Gasthuis af en toe een lijk te mogen ontleden om hun afwijzend advies aan het stedelijk bestuur aannemelijk te maken over een voorval van een jaar
42
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer