Digitaal archief

Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen

Jaarboeken en Maandbladen

Filter: 1949x
beacon
4  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1949; p. 60
Datering:
1949
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
036
Jaar:
1949
Pagina:
60
CHRISTIAAN GEORGE POUW 1924—13 MAART—I949 Men schrijft ons: Amstelodamum grijpt graag terug naar het verleden. En zou zij dit dan niet doen wanneer het de man betreft, die sinds jaren over de penningen van het Genootschap waakt? 21 Juli 1843 benoemde Koning Willem II Johannes Gerhardus Pouw tot notaris te Amsterdam. 29 Juni 1876 wees Koning Willem 111 Johannes Gerhardus Pouw Jr. aan tot opvolger van zijn vader, en 13 Maart 1924 tekende Koningin Wilhelmina de brieven van creatie voor Christiaan George, zoon van Johannes Gerhardus Pouw Jr. Drie generaties van ons Vorstenhuis drie generaties vaneen oud Amsterdams geslacht drie notarissen. Christiaan George Pouw was dus op 13 Maart van dit jaar 25 jaar in functie. Zijn vele vrienden en zijn zakenrelaties zouden stellig vair de gelegenheid gebruik hebben gemaakt van hun gevoelens te doen blijken, ware het niet dat hij zich door de „vlucht” naar het buitenland aan alle huldebetoon had onttrokken. Dit laatste neemt niet weg, dat wij op dit ogenblik en op deze plaats onze waardering voor de jubilaris willen uitspreken; niet alleen omdat hij in onze stad 25 jaar als notaris heeft gefungeerd, maar vooral omdat hij in deze en andere functies steeds heeft getoond met hart en ziel Amsterdammer en een goed Amsterdammer te zijn. Het bestuur heeft van zijn gevoelens van waardering en toegenegenheid blijk gegeven door het zenden vaneen telegrafische gelukwens naar Lugano, waar de heer Pouw vertoefde. HET HUIS „PARIJS”. Op blz. 45 der Maart-aflevering staat iets dat; al is het overgenomen uiteen dagblad, er niet mede door kan. Ik matig mij geen architectonische kennis aan, doch zou uit andere gegevens tot de slotsom moeten komen, dat 1710 veel te laat is gesteld voor het komen van dit pand in handen der familie Mamuchet, die inde 18e eeuw uitstierf in Utrecht met een erfdochter, gehuwd met een Van Westreenen en toen al lang alle betrekkingen met Amsterdam had verbroken. M.i. moet toch ten »Gem. Aroh. zijn uitte maken, wie de koper Ma
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1949; p. 78
Datering:
1949
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
036
Jaar:
1949
Pagina:
78
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1949; p. 97
Datering:
1949
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
036
Jaar:
1949
Pagina:
97
Opgemelde Henriëtte of Hendrina Schas is in 1668 te den Haag geboren als dochter van Adriaan Schas en Laurens Schas werd aldaar geb. in 1634 (zie boven). Familierelatie tussen Adriaan en Laurens Schas kan hieruit wel worden geconcludeerd. Op beide wapens kunnen de nazaten van Adriaan S. evenwel geen recht doen gelden ergo ook niet op de beide stenen. De fam. Cruy-denier-Schas ( Cruydenier-Schas ) had een zoon Gideon geb. met Elisabeth Bessels. Of uit dit huwelijk kinderen kwamen blijkt niet uit de brief van het Utrechtse archief. Zo niet of zijn geen afstammelingen uit deze tak meer bekend, dan lijkt de aangewezen weg, de beide wapenstenen onder te brengen in het Centraal Museum te Utrecht indien men daar prijs op stelt, waar ze immers vandaan komen of bij het Kon. Oudheidk. Genootschap te Amsterdam, vanwege het Amsterdammerschap van Gideon Cruydenier. ||, V V. Alings. HET „HUIS PAKIJS”. r)rof. dr. A. Goslinga gaf ons de verklaring van het devies „Sous I'ombre de ses aisles m’a muchet” (onder de schaduw zijner vleugelen heeft hij mij verborgen). Ongetwijfeld, schrijft hij, is het overgenomen uit de Psalmen, al komt deze vorm er van (met de zinspeling op de naam Mamuchet) daar niet letterlijk in voor. Tot bewijs citeert hij de volgende plaatsen uit het Psalmboek, eerst inde Statenvertaling en dan inde berijming van 1773 die nog steeds inde meeste Protestantse Kerken van Nederland wordt gebruikt. Ps. 17 : 8: „Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw uwer vleugelen” Wil mij uw bijstand niet onttrekken; uw zorg bewaak’ mij van omhoog. Bewaar m’als d’appel van het oog, wil mij met uwe vleug’len dekken”. Ps. 36 ; 8: „Hoe dierbaar is uwe goedertierenheid, o God! dies de menschenkinderen onder de schaduw uwer vleugelen toevlucht nemen.” „ Hoe groot is uw goedgunstigheid, hoe zijn uw vleug’len uitgebreid! Hier wordt de rust geschonken, ” Ps. 57 : 2: „Wees mij genadig, o God! wees mij genadig, want mijne ziel betrouwt op U, en ik neem mijne
Gevonden alinea's: 1